[v. 15e-eeuws Fr. barque, van Provençaals, Sp. of It. barca, van LLat. barca = sloep, missch. van Keltische oorsprong] naam van verschillende zeilschepen;
a een koopvaardijschip met drie masten, na 1880 vaak vier of vijf;
b bep. tot laat in de 19e eeuw op de Middellandse Zee gebruikte driemaster met merkwaardige tuigage.