Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Autologisch

betekenis & definitie

[v. Gr. autos = zelf, en logos = woord] ook: homologisch hoedanigheid van een bijvoeglijk naamwoord als het op zichzelf van toepassing is, d.w.z. als het zelf de eigenschap bezit die het aanduidt, bijv.: 'kort' is zelf kort (een kort woord); 'vijflettergrepig' is zelf vijflettergrepig (bestaat uit vijf lettergrepen).

< >