[Lat. audientia = gehoor, in bet.: luisteren naar, van audire, auditum = horen]
1 het verlenen van officieel gehoor door hooggeplaatst persoon (bijv.: de paus ontving hem in particuliere -);
2 (jur.) terechtzitting; audiëntieblad, zittingsblad, verslag van een burgerlijke terechtzitting.