[v. Gr. astèr = ster] het verschijnsel dat een puntvormige lichtbron wordt waargenomen als omgeven door ‘stralen’, veroorzaakt door onregelmatigheden in de breking of terugkaatsing van het licht in een niet-homogene omgeving, zoals o.a. in onze ooglens, die wegens haar bouw niet ideaal kan zijn.
Vandaar dat wij een ster tekenen als een figuur omgeven door zes puntige ‘stralen’.