stof die de werking van metabolieten (stoffen die voor de celstofwisseling
van wezenlijk belang zijn) belet, en zo soms de dood van de cel veroorzaakt. Wordt toegepast om bacteriën en virussen te remmen of te doden, ook (maar nog met hinderlijke neveneffecten) om overmatige celgroei in tumoren, zoals bij kankergezwellen, tegen te gaan.