Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Anti-

betekenis & definitie

[Gr. anti = tegen; ook: naast; vandaar ook: in de plaats van] voorzetsel, in samenstellingen in de betekenis: werkend tegen, gericht tegen, gezind tegen het in de samenstelling genoemde: anti-Frans, anti-tankgeschut. Ook als bn gebruikt:[i] hij is zwaar anti-.

[/i]

anti

zn

1 iem. die tégen is, tegenstemmer;

2 afkorting van antirevolutionair, d.w.z. aanhanger van de (vroegere) Antirevolutionaire Partij (ARP of kortweg AR).

< >