[Gr. antagoonistès = tegenstander; tegenpartij]
1 (alg.) tegenstander, rivaal, vijand;
2 (anat., med.) orgaan of stof waarvan de werking tegengesteld is aan die van een ander orgaan of andere stof; bijv.: een strekspier is de antagonist van een buigspier (agonist, z.a.).