(Lat. accidens, accidentis = het toevallige, o.dw van accidere = ergens bij vallen, van ad = naar, en cadere = vallen]
1(fil.) bijkomstigheid, eigenschap die niet de zelfstandigheid raakt (bijv. kleur, smaak enz.);
2 voorval, toevallige gebeurtenis;
3ongeval;
4 (muz.) toevallig verhogings- of verlagingsteken dat niet aan de sleutel staat.