[Fr. absorber, van Lat. absorbere = lett.: inslurpen vanuit, van ab = weg, en sorbere= inslurpen, verzwelgen]
1 opslorpen, opzuigen, in zich opnemen (vgl. adsorberen;
2 (fig.) geestelijk totaal in beslag nemen (hij werd geheel door zijn werk geabsorbeerd).