( < Lat. trivialis; < trivium = driesprong; < via = weg). Het kreeg de betekenis van ,,alledaags, banaal”, omdat er zo op hoeken van straten gepraat wordt.
In de M.E. beduidt trivium echter de laagste afdeling van het onderwijs in de zeven vrije kunsten, die grammatica, rhetorica en dialectica omvat. Daardoor kreeg triviaal de betekenis van eenvoudig, gemakkelijk. Tegenwoordig verstaat men onder een triviale oplossing van een vraagstuk een oplossing zonder wezenlijke betekenis.