(< Lat. sol = zon, + slstére = tr. plaatsen, doen stilstaan; intr. stilstaan). Zonnestilstand, zonnewending.
Punten op de ecliptica, waar de zon in haar schijnbaar noordelijke of zuidelijke beweging tot stilstand is gekomen. Men spreekt van zomersolstitium (22 juni) en wintersolstitium (22 december).