Gepubliceerd op 08-10-2020

Uni-

betekenis & definitie

(Lat. únus = één, enkel). Eerste lid in samenstellingen met de genoemde betekenissen; b.v. unimoleculair = enkelmoleculig.

Als het tweede lid van de samenstelling van een Grieks woord is afgeleid verdient het Griekse → monode voorkeur boven uni-.

< >