(< mono-, = Gr. klinein = doen leunen, schuin tegen iets aan zetten, neigen). Een monoklien kristal heeft drie ongelijke assen, waarvan twee met elkaar een scheven hoek maken, terwijl de derde met de beide andere rechte hoeken maakt (er is dus maar een scheve hoek, maar een neiging; → triklien).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk