(= Gr. gamma naam van de derde letter van het Griekse alphabet).
1. Eerste lid in samenstellingen ter onderscheiding; b.v. gamma- of ɣ-stralen, ter onderscheiding van alpha(α-) of bèta(β-)stralen.
2. Subst. gamma = gewichtseenheid (= 1/1000 gram); of
3. = toonladder; in deze laatste betekenis is de term afkomstig van Guido van Arezzo (11e eeuw) die de eerste noot van de toonladder met de letter y aanduidde.