(Gr. didymos = tweeling). In 1841 ontdekte Mosander (1797-1858) in de cerium-aarde een nieuw metaal, dat hij wegens zijn innige vereniging met → lanthanium den naam didymium (= tweelingselement) gaf.
Dit didymium werd in 1885 door Auer von Welsbach (1858-1929) weer in twee elementen gesplitst die hij → neodymium en → praseodymium noemde.