(Lat. absórptio = het opslurpen; absórptus = part. perf. v. absorbere] → absorberen). Proces waarbij een stof iets anders in zich opneemt; b.v. absorptie van een gas in een vloeistof, lichtabsorptie.
De absorberende stof wordt ook wel het absórbens (Lat.; = part. praes. v. absorbere) genoemd; de geabsorbeerde stof het absórptum (Lat.; = neutr. v. absórptus; zie boven); datgene wat geabsorbeerd moet of kan worden het absorbéndum (Lat.; = neutr. v. absorbéndus = gerundivum v. absorbére] werkwoordsvorm met de genoemde betekenis).