Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Wolfram

betekenis & definitie

m

Tweestammige Germ. naam, uit Wolf‘wolf (zie -wolf-) en -ram, Middelnederlands rave(n), Oudhoogduits (h)raban, door assimilatie tot -(h)ramn en daarna tot -ram geworden (zie -raven-). Het is een samenstelling met de betekenis 'wolf en raaf (tegelijk)’. Beide elementen van de naam staan in verband met de Wodanverering. Heiligennaam: Wolfram, ca. 690 aartsbisschop van Sens in Fra.; gest. ca. 700 in het klooster Fontanelle bij Rouaan; kerk. feestdag: 20 maart. In Gent reeds in de 10e eeuw een voorb.: Wulframnus, 959, Vulframnus, 987 (Mansion 26). In Dordt: Wolfram, 1284-87 (SRD).

Grote bekendheid kreeg de naam in en na de middeleeuwen ook door Wolfram von Eschenbach (ca. 1170-ca. 1220), de Middelhoogduitse dichter van o.m. 'Parzifal'. Met deze naam is de naam van het metaal wolfram samengevallen. Het tweede element heeft daarin oorspr. een andere betekenis, namelijk het Middelhoogduitse woord voor ‘vuil’, aangezien men het als afval van het tinerts beschouwde.

< >