Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Vitalis

betekenis & definitie

m

Van Lat. vitalis 'tot het leven behorend, Ievenskracht in zich hebbend, levenskrachtig’ (vgl. vitaal). Heiligennaam:

1) Vitalis en Agricola waren martelaars uit de vroege christentijd in Bologna; feestdagen: 28 apr. en 4 nov.;
2) Vitalis, tweede bisschop van Salzburg, gest. ca. 730; kerk. feestdag: 20 okt. Schutspatroon bij de geboorte van kinderen, vandaar dat de naam wel gegeven werd als het twijfelachtig was of het kind in leven zou blijven.
3) Vitalis, Viau, Viaud, volgens de legende een Eng. kluizenaar in Bretagne; kerk. feestdag: 16 okt. Hoewel de naam reeds in 929 bij Socin vermeld wordt, is hij in ons taalgebied niet vóór de 19e eeuw aan te treffen.

< >