m
Slav. naam met de betekenis ‘door standvastigheid’, stani- ‘(in de strijd) beroemd’, -slaw. Heiligennaam: 1) Stanislaus, geb. 1030 of '36 bij Kraków, in 1072 bisschop van Kraków. Kerk. feestdag: 7 mei. Patroon van Polen. Het is ook de naam van verschillende koningen van Polen. 2) Stanislaus Kostka, geb. 1550; trad in de orde der jezuïeten; gest. 1568; kerk. feestdag: 13 nov. De naam Stanislaus heeft zich ook enigszins naar het Westen verbreid, vooral naar Fra., mede via de hertogen van Lotharingen. Oudste voorb. in Ndl. dateert van 1800.