Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Simson

betekenis & definitie

m

De naam hangt samen met het Hebr. woord voor 'zon', sjèmesj, vandaar dat hij wel verklaard wordt als 'kleine zon’, 'kind van de zonnegod’. Naam van een richter van Israël (Richteren 13-16). Zijn geschiedenis en in het bijzonder de verhouding tussen Simson en Delila was een geliefd onderwerp bij kunstenaars, bijv. Saint Saëns ‘Samson et Delila’ (Samson is de vorm uit de Vulgaat). De naam komt in Holl., voorzover bekend, niet vóór de 13e eeuw in gebruik: Samson, bastaard van Herbaren I van Lede, 1247. In Rijnland reeds in 893, maar Littger (194) ziet er een Germ. naam in.

< >