Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Silvanus

betekenis & definitie

m

Afleiding van Lat. silvabos, woud’, met een suffix -no- dat de betekenis 'heerser over” aan het grondwoord toevoegt (vgl. Lat. domus, dominus: ‘huis’, 'heer van het huis’), dus: 'heerser over het bos'. Silvanus was een Romeinse bos- en veldgod (ook wel in het meervoud gebruikt). De naam komt ook in de Bijbel voor; zie Silas. Er zijn verscheidene heiligen van deze naam, o.m.: 1) Silvanus = Silas; kerk. feestdag: 13 juli; 2) Bisschop van Emesa, martelaar tijdens Diocletianus; kerk. feestdag: 6/20 febr.; 3) Bisschop van Gaza; kerk. feestdag: 4 mei; 4) Martelaar in Rome; kerk. feestdag: 10 juli; 5) Martelaar in Pisidië; kerk. feestdag: 10 juli; 6) Martelaar in Tracië; kerk. feestdag: 24 aug.; 7) Twee martelaren uit Afrika; wellicht dezelfden die in het Romeinse martyrologium genoemd worden op 18 febr. en 8 maart; 8) Bisschop van Traas: kerk. feestdag: 2 dec.; 9) bisschop van Dunblane (Schotland); kerk. feestdag: 12 nov. Wegens het grote aantal martelaren van deze naam zijn de geleerden het er niet over eens of sommigen niet moeten verklaard worden uit verkeerd geïnterpreteerde inschriften voor de heidense bosgod Silvanus, aan wiens naam vaak sanctus werd toegevoegd.

< >