m
De betekenis is ‘inwoner van Sidon’, een oude stad in Fenicië. De Sidoniërs waren volgens Gen. 10 de nakomelingen van Sidon, de kleinzoon van Cham. Heiligen-
naam: Sidonius (Saëns), ca. 644 uit Ierland gekomen, in 680 abt van een klooster bij Rouaan, gest. ca. 690; kerk. feestdag: 14 nov. Naar hem werd het klooster St.Saëns genoemd, dat ca. 860 door de Noormannen verwoest werd. Ook fn., een bekend voorbeeld: Charles Camille Saint Saëns (1835-1921), componist. De naam komt bij Socin al voor in 759: Sidonius episcopus (van Constanz?); de vr. vormen in Ndl. sinds de 17e eeuw, in het Fri. wel 'verlatijnsing' van Side.