m
Van Lat. severus 'streng’. Reeds een Romeinse familienaam: Lucius Septimius Severus, Romeins keizer (193-211) en Alexander Severus, id. (222-235). Heiligennaam: in n.w. van Du. en ook in Fri. en De. gaat het gebruik van de naam terug op de verering van Severinus, bisschop van Keulen, ca. eind 4e eeuw, of althans in de tijd van het vroegste christendom aldaar. Kerk. feestdag: 23 okt. Relikwieën bevinden zich in de St.-Severinuskerk in Keulen. In het z. van Du. en Oostenrijk geldt de verering Severinus, apostel van Noricum (Oostenrijk ten z. van de Donau). gest. 482; kerk. feestdag: 19 jan. Zie ook Severus.