Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Sara

betekenis & definitie

v

Hebr. 'vorstin’, vr. van sjar ‘vorst’. Het is de naam van de vrouw van Abraham. Aanvankelijk heette zij Sarai, maar bij de aankondiging van de geboorte van een zoon moest zij haar naam veranderen (Gen. 17,15). Sarai (Hebr. Sjarai) is afgeleid van sjar met het suffix -ai: ’vorstelijk’. Heiligennaam: Sara, kluizenares in de Libische woestijn tegen het eind van de 4e eeuw; kerk. feestdag: 13 juli.

Wat betreft de verbreiding van de naam in deze streken: in Keulen een voorbeeld in 1178 (Littger 180). Reeds Förstemann constateerde dat bij de vroege gevallen het Germ. Sarah (Germ. saro ’(wapen)rusting’) niet met zekerheid te scheiden is van Hebr. Sarah (zie ook Tavernier-Vereecken 24). In hetz. is de naam in de 12e eeuw al vrij frequent. In het n. kwam hij pas in de 17e eeuw op, vooral in prot. kringen (Ze.).

< >