Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Quirinus

betekenis & definitie

m

Quirinus was oorspr. de oorlogsgod van de Sabijnen (wel verklaard als ‘lanszwaaier’). De inwoners van de Sabijnse stad Cures werden Quirites genoemd. Quirinus werd later een bijnaam van Romulus en Augustus. Het voornaamste heiligdom van Quirinus lag op een van de Romeinse heuvels, daarom Quirinalis genoemd (hier ligt het tegenwoordige Quirinaal). Een voorbeeld van een Romeinse Quirinius is ook de stadhouder van Syrië in de tijd dat Christus geb. werd (Luc. 2, 2). Heiligennaam: 1) Ouirinus van Neuss (aan de Rijn); martelaar in Rome tijdens keizer Hadrianus (ca. 130).

De verering verbreidde zich in sterke mate in de Rijnstreek. Kerk. feestdag: 30 maart, in Neuss 30 apr. De hulp van St.Quirinus van Neuss werd ingeroepen bij huidziekten, vandaar de vroegere verklaring (Becanus) van de naam: Quirijn = werin, d.i. 'hij die (ziekte) afweert'. Andere heiligen van deze naam zijn: Quirinus, bisschop van Siscia (Sissek, in voormalig Joegoslavië); kerk. feestdag: 4 juni.; Quirinus van Malmédy, zo genoemd omdat zijn relikwieën in de 9e eeuw werden overgebracht naar het klooster Malmédy. Kerk. feestdag: 11 okt. De naam kwam in onze streken op in de 15e eeuw, blijkbaar door de verbreiding van de verering.

Bijv. in 1413 werd in Keppel een altaar geconsacreerd, o.m. ter ere van St.-Quirinus (Patrocinia 210). Verschillende vormen van de naam waren in gebruik: in het z. Corijn, Karijn = Crijn, Quyryn, Hasselt 1423 (Roelandts, 1951, 14); Best 1459: Akarinus dictus Krijn; in Ze. en Holl. in de 16e eeuw: Quirijn, Crijn, Krijn; in de 17e eeuw o.m. Quiring(h), Quiryn. Vr. vormen verschijnen in de 16e en vooral in de 17e eeuw: Quirina, Quirijntgen, Ouirijne, Crijntge, Crijntje, Krijntje, Krinne, Crina.

< >