m
Lat. prudens (providens) 'vooruitziende, verstandig’. Een van de namen uit de laatRomeinse tijd, toen men ze meer in de ethische sfeer zocht. Een bekend voorbeeld van een drager van de naam: Prudens van Duyse. In Eng. werd de naam door de Puriteinen ingevoerd als naam van een chr. deugd (vgl. Faith, Hope, Charity). Zie ook Prudentius en Prudentia.