m
Lat. pius 'vroom'. Naam van een aantal pausen, van wie er enkele heilig verklaard werden: 1) Pius I, 140 tot ca. 155. Kerk. feestdag: 11 juli. 2) Pius V, 1566-1572; kerk. feestdag: 5 mei. 3) Pius X, 19031914, hij werd in 1835 geb. in Noord-lt. In 1884 werd hij bisschop van Mantua, in 1893 patriarch van Venetië en kardinaal. In 1954 werd hij heilig verklaard; kerk. feestdag: 3 sept. Oudste voorb. in Zuid-Ndl. 18e, 19e eeuw, in Noord-Ndl. 19e eeuw (1881).