Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Michaël

betekenis & definitie

m

Hebr. ‘wie is als God?’. Naam van een van de aartsengelen, in het O.T. genoemd in het boek Daniël (10,13,21; ook als persoonsnaam in Numeri 13). Voorts komt hij voor in het N. T. in de brief van Judas, vs. 9 en in Openb. 12,7: 'En er kwam oorlog in de hemel: Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen voerden oorlog' (vgl. Vondels 'Lucifer'). Michaël werd vaak afgebeeld als een gevleugelde ridder in een glanzende rusting, met een vlammend zwaard op de overwonnen draak (de duivel) staande.

Hij is daarom ook patroon van de r.k. kerk; kerk. feestdag: 29 sept. Tevens beschermheilige van Du. (Michel). De naam is opgekomen in de 12e eeuw in West-Vla. (Leys). Oudste voorbeeld in Holl. is uit 1275; in de 14e eeuw wordt de naam vrij frequent (Van der Schaar). Tholen 18e eeuw: Machias, Maggies. Vr. vormen komen i.t.t. andere van mansnamen afgeleide namen, pas laat voor. In Fra. aan het eind van de vorige eeuw, in Ndl. volgens de gegevens van Van der Schaar pas in deze eeuw.

< >