v
Fri. naam. Vr. vorm van Maat of Martinus. Matsje v -> Matsen Mattanja m/v
Hebr. ‘gave van Jah(weh)‘, ‘geschenk des Heren’. Naam van verschillende mannelijke personen in het O.T. Het is bijv. de oorspr. naam van koning Zedekia. Zie ook 2 Kon. 24,17; 1 Kron. 9,15; Ezra 10,26 en in het apocriefe boek der Makkabeeën: 1 Makk. 2,1. Hier enige malen als vr. naam aangetroffen.