v
Lat. Maia, Gri. Maia. Oorspr. een van die woorden uit de kindertaal (die overal kunnen ontstaan) met de betekenis ‘moeder’, vandaar ‘moeder aarde’ (ook wel verklaard uit magia 'de grote (godin)'). Naam van de dochter van Atlas, de mooiste van de Plejaden, moeder van Hermes (Mercurius). Tegenwoordig is het vaak een verkorting van Maria, vooral in Scand. Ook in Hong. vleivorm van Maria.