m
Fri. naam. Tweestammige Germ. naam met de betekenis 'beschermer van het volk'. Uit Lioward, Liudward, waarin Liud‘volk’ betekent (zie lud-) en -ward 'beschermen’ (zie ward-). Ook kan de naam via Liaward uit Liafward zijn ontstaan. Het eerste lid betekent daarin 'lief (zie lief). Vgl. Loewert.