m
Slav. naam. Samenstelling uit jaro-’heftig' (van karakter) en -mir uit -mer ‘beroemd' vgl. Germ. -mar, -mer. Slav. -mer viel samen met mir ‘vrede, wereld’ (zie ook Wladimir). Ook de Slav. namen zijn volgens het Indogerm. principe van tweestammigheid opgebouwd. De naam Jaromir komt voor in een gedichtencyclus van Staring. J