m
Gri. Hektoor 'hij die houdt, vasthoudt, overwint', van dezelfde Indogerm. stam als Ndl. zege. Zoon van Priamus, voornaamste leider der Trojanen. In de Renaissance kwam de naam ook hier als voornaam voor. In lt. handhaafde hij zich in de vorm Ettore. In het z. kwam de naam ca. 1400 al in gebruik (Kortrijk ca. 1400: Hector, Ector, Torrin (Debrabandere); Bommelerwaard ca. 1600: Ectoer, Echt, Etter, Icht. In Fri. werd Hette in de 16e/17e eeuw 'vergriekst' tot Hector.