v
Grieks Galateia, waarschijnlijk samenhangend met Gri. gala ‘melk’, dus de 'melkblanke’. Volgens Camoy is er echter samenhang met Gri. galenè 'kalme, spiegelende zee', van een wortel gel-/ghel- 'schitteren’. Naam van een zeenimf, dochter van Nereus en Doris, bemind door Polyphemus. Bij Vergilius en Horatius reeds als meisjesnaam gebruikt. Daardoor kwam de naam in de Renaissance weer op: ze komt voor op een fresco van Rafaël in Rome; in de dichtkunst bijv. bij P. C. Hooft: "Galathea siet den dach comt aen...”; in de muziek bijv. bij Von Suppé: 'Die schone Galathée'.