Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Firminus

betekenis & definitie

m

Van Lat. firmussterk, krachtig, standvastig’. Heiligennaam: twee bisschoppen van Amiens, 1) ca. 287 (?) martelaar; kerk. feestdag: 25 sept; 2) waarschijnlijk de zoon van een senator, die door een van de eerder genoemde bisschoppen, bekeerd was; kerk. feestdag: 1 sept. De naam is vooral in het zuidelijk deel van ons taalgebied in gebruik.

< >