Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Eustachius

betekenis & definitie

m

Eustatius. Eustachius is van Gri. eu- 'goed' en stachos 'korenaar, vrucht', dus: 'rijk aan aren, vruchtbaar’. Eustatius is van Gri. eustathès ‘stevig, rustig, evenwichtig'. De namen worden hier tezamen behandeld, omdat ze moeilijk te scheiden zijn. Ook de hieronder vermelde heiligen Eustachius en Eustathius worden door sommigen identiek geacht. Eustachius was in oude tijd de schrijftaalvorm, de volkstaalvorm (Tavernier-Vereecken: Justaes 1280, lustaes 1310) ging terug op Fra.

Eustace. Deze vorm werd opnieuw gelatiniseerd tot Eustatius, hetgeen mede tot de verwarring bijdroeg. De heilige Eustachius is een van de 14 noodhelpers. Volgens de legende was hij een Romeinse overste onder Trajanus, oorspr. Placidus genaamd. Hij liet zich met zijn gezin dopen en nam de naam Eustachius (of Eustatius) aan.

Kerk. feestdag: 20 sept. De waarschijnlijk identieke Eustathius was ca. 325 patriarch van Antiochië, gest. ca. 337 in Tracië; kerk. feestdag: 16 juli. Oudere vorm in Den Bosch; Steesken 1267. De zgn. buizen van Eustachius, die de verbinding vormen tussen de keelholte en het inwendige van het oor, zijn zo genoemd naar een lt. geleerde uit de Renaissance.

< >