m
Het is moeilijk te zeggen waarop het eerste lid van deze tweestammige Germ. naam teruggaat. Erwin wordt in het Du. wel verklaard, met reductie van de h, uit Herwin en Arwin (uit aran- ‘arend’, zie arn-). Een andere mogelijkheid geeft Schlaug (87), die, althans voor het Oudsaksisch, overtuigend is: Everwinus : Erewinus : Erwinus. De wisseling er/ar hoeft voor het Ndl. geen verschil in herkomst te betekenen. De naam Erwin is vooral in z. Du. en de Elzas populair, oorspr. onder invloed van Erwin von Steinbach, bouwmeester aan de dom in Straatsburg, ca. 1277, gest. 1318. Later leefde de naam in Du. op door Goethe, die ook de bovengenoemde Erwin geëerd heeft: 'Von deutscher Baukunst', 1773.