Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Er-

betekenis & definitie

'Eer, roem'. Germ. >aiza, hierbij ook Got. aistan ‘vereren’; Oudhoogduits êra, Middelhoogduits êre 'eer, roem, eergevoel'; Oudnederfrankisch êra, Middelnederlands êre 'eer, aanzien, eergevoel, deugd’; Oudsaksisch êra ‘eer, bescherming, genade, gave'; Oudfries êre 'eer, verering’; Angelsaksisch Sr 'eer, hulp, genade’; Oudnoors Eir, de naam van een godin.

Buiten het Germ. is vermoedelijk verwant: Gri. aidomai ‘ik eerbiedig’, aidoos 'eerbied'. Bij namen met er- bestaat ook de mogelijkheid dat we door verlies van h- met her- te maken hebben, of door ar-/er-wisseling met arn-,

< >