m
Het eerste deel van deze Germ. naam is van Ingwio, de god van de Germ. stam der Inguaeonen; het tweede betekent 'glanzend, stralend, schitterend’ (zie ing- en -brecht-). Vroeger vaak verward met andere namen: Engbart = Eimbert, Eymbert,
Engelbert, Iman, leuwen (Den Bosch, 13e/14e eeuw, Bommelerwaard ca. 1600). Engbert is ook Fri. en komt vooral in IJsselmuiden (Ov.) voor.