Gri. ‘tot Dionysos behorende’. Dionysos was de Gri. god van de wijn (Lat.
Bacchus). De naam werd in de chr. sfeer getrokken door Dionysius de Areopagiet, door Paulus bekeerd (Hand. 17, 34). Later werd het de naam van verscheidene heiligen, van wie de bekendste was Dionysius, apostel van de Galliërs, eerste bisschop van Parijs, martelaar in ongeveer 250; kerk. feestdag: 9 okt. Hij is een van de veertien noodhelpers. Vooral vereerd bij de Frank, koningen. Lodewijk de Vrome noemde in 825 St.
Dionysius huispatroon van de Karolingers; schutspatroon van Fra. (de oude Fra. strijdkreet was: 'Montjoie St. Denis’). Ook in Ndl. komt de naam al vroeg in de middeleeuwen voor; in West-Vla. in de 12e eeuw.