Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Cassius

betekenis & definitie

m

Cassianus. De naam wordt wel verklaard als ‘de arme, de beroofde’. Cassius is oorspr. de naam van een Romeinse gens (d.i. geslacht, familie), waarvan Cassianus een afleiding is. Heiligennaam: 1) Cassianus, bisschop van Autun in de 4e eeuw; kerk. feestdag: 5 aug. 2) Cassianus, martelaar in Imola, waarschijnlijk onder de vervolgingen tijdens Diocletianus in 304; kerk. feestdag: 13 aug. 3) Cassianus, waarschijnlijk bisschop van Saben, patroon van het bisdom Brixen (Bressanone). Volgens een legende zou hij van zijn bisschopszetel verdreven zijn en in Imola als martelaar gestorven zijn. Hij wordt in die legende met de bovengenoemde Cassianus geïdentificeerd.

< >