m
Slav. naam. Verkorting van Slav. namen met bom- 'strijd’, bijv. Borislaw (slava ‘roem’), Oudslavisch brati (uit *bor-ti ‘vechten', verwant met Lat. ferire ‘slaan’). In 865 was de khan van Bulgarije, Boris, de eerste die christen werd, vnl. om diplomatieke redenen. Na zijn doop heette hij Michael. Boris is ook de naam van een martelaar van de Russ. kerk.
Hij was de zoon van Wladimir de Grote en werd gedood door zijn broer, die in hem een rivaal zag bij de dood van zijn vader (1015). Ook verscheidene koningen van Bulgarije droegen deze naam. Een bekende Russ. drager van de naam is Boris Pasternak, schrijver van o.m. 'Dr. Zhivago', Nobelprijswinnaar; gest. 1960. Bij ons werd de naam mogelijk ook bekend door de violist Boris Lensky (18841972).
