Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Beatrix

betekenis & definitie

v

Lat. 'gelukbrengster'. Oorspr. was het waarschijnlijk een toevoeging aan de naam Maria. Beatrix is de naam van een heilige. In oudere bronnen wordt ze Viatrix, 'de reizigster' genoemd. Zij was martelares met haar broers Faustinus en Simplicius tijdens Diocletianus, ca. 304; kerk. feestdag: 29 juli. In Ndl. komt de naam al vrij vroeg in de middeleeuwen voor: Socin: Beatrix monialis, ca. 1000; Keulen 1135 (Littger); Vla.: Beatrix van Oudenburg, 1161 (Vla.

St.-I, 235); Beatrix vrouw van Suetherus de Ringelenberg, 1223 (Gysseling, Overz. 9); Ver (=vrouwe) Trise, Dordrecht 1284 (SRD). Hernieuwde populariteit kreeg hij na de geboorte van koningin Beatrix. In de literatuur: Dante en zijn jeugdvriendin Beatrice Portinari; 'Beatrijs’, de beroemde Middelnederlandse Marialegende, waarnaar Boutens 'Beatrijs’ e.a.

< >