m
Germ. naam, een soort van copulatieve samenstelling met de betekenis ‘arend (en) wolf (tegelijk)’. Uit aran- ‘arend, adelaar' (zie arn-) en -wolf (zie -wolf-). Naam van enkele graven van Vlaanderen en een van Holland (gest. 993). De heilige Arnulf, in 629 bisschop van Metz. Hij stierf tussen 641 en 643; kerk. feestdag: 28 juli.