Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Antonius m

betekenis & definitie

Lat. naam waarvan de betekenis onzeker is. Hij werd reeds gedragen door een bekend Romeins geslacht, bijv.

Marcus Antonius. Mede door de kruistochten werd de naam in het w. populair door: 1) St.-Antonius, de befaamde Egyptische asceet in de woestijn, beschouwd als de grondlegger van het monnikenwezen; gest. 356; kerk. feestdag: 17 jan. Zijn verering werd in het w. vooral verbreid door de orde van de antonieten (1095), stichters van hospitalen; schutspatroon van Italië en patroon tegen besmettelijke ziekten (vgl. st.-antoniusvuur). 2) St.-Antonius van Padua (11951231), een groot redenaar (over hem gaat de legende van St.-Antonius die voor de vissen predikte) en kerkleraar, vooral patroon voor het terugvinden van verloren zaken; kerk. feestdag: 13 juni. Bij Socin niet vóór 1240; Rijnland: 1115 (Littger); Antonius kanunnik in Deventer 1195 (Gysseling); Tonys, Dordrecht 1284 (SRD). Vr. vormen: Toentyen, Dordrecht 1498; Toenken, Dordrecht 1543; Antoinette, Antwerpen 1584 (Ned. L. 1985, 347); Tonijntje, Leiden 1607; Anthonette, Den Haag 1622. St.-Antonius, St.-Teunis (17 jan.) 'brengt ijs of dooi’.

< >