m
Van Gri. anastasis ‘opstanding’, dus ongeveer te verklaren als 'door de doop tot nieuw leven opgestaan’ of ‘geboren op de dag van de wederopstanding'. Hoewel er verschillende pausen van deze naam geweest zijn (o.m. Anastasius II, 496-498) en ook Byzantijnse keizers de naam droegen, is de vr. vorm, Anastasia, over het algemeen meer gebruikt dan de m. vorm.