Westvlaamse namen voor de Keep, afgeleid van mnl wreeuwen 'schimpen' [MH 1932], ws. duidend op de lokroep "kèèp" die men als schimpend zou kunnen opvatten [De Bo 1873; Desnerck 1972; WVD 1996]. Weijnen 1996 geeft onder het trefwoord wreeuwer (=vreeuwer) een dergelijke etymologie, maar komt onder het trefwoord vreuwer tot een andere verklaring: dat zou misschien van mnl vervreuwen, vervreeuwen 'van koude verkleumen of verstijven' komen.
De eerste etymologische lezing lijkt mij de juiste, gezien de Keep ook andere namen heeft die naar zijn geluid verwijzen: zie Schremer en Kwèker.