Chlidonias hybridus (Pallas: Sterna) 1811. Synoniem: Hydrochelidon leucopareia ("Natter" Temminck: Sterna) 1820.
Op Zwarte Stern gelijkende soort van Moerasstern ←, echter in het volwassen zomerkleed met witte wangen. In N verscheen de soort pas voor het eerst in 1938, toen ook gelijk op twee plaatsen in het land door de soort gebroed werd. Daarna is de Witwangstern een regelmatige, maar vrij zeldzame zomergast gebleven met 295 waarnemingen in N van 1938 tot 1992 [Berg & Bosman 1994]. Fries Wytwangstirns ←.BENOEMINGSGESCHIEDENIS Van Balen 1915 gebruikt de naam Indische of Baard-Zeezwaluw (de soort komt o.a. op Java voor). Brouwer 1938 noemt de soort Witgewangde Stern [HVM 1982 p.992], en Thijsse 1938 en 1944: WitwangStern. Bij Van Oordt 1943 en Coomans de Ruiter et al. 1947 vinden we de naam van het lemma.
Johann Natterer (1787-1843) en zijn broer Joseph waren oostenrijkse ornithologen. Johann verzamelde van 1817-1835 in Brazilië voor het 'Kaiserliche Naturalienkabinett' te Wenen en had op de heenreis al vanuit Zuid-Spanje een aantal balgen, waaronder de Witwangstern zich zal hebben bevonden, naar Wenen gestuurd. In 1818 bezocht Temminck op zijn europees toernee met een wagen, ingericht voor het vervoer van vogelbalgen, Joseph in Wenen. Hermann Schlegel kreeg in 1824 een betrekking in Wenen aangeboden van Joseph, en in 1839 reisden Josephs zonen met Gustav Hartlaub (18141900) voor verzamelingsdoeleinden naar Kroatië. [Stresemann 1996]
