Volksnaam voor de Kramsvogel.
De naam is geïncorporeerd in Groote graeuwe Veld-Lijster [NV 1797] en Groote graauwe Veldlijster [B&O 1822], min of meer officiële namen voor de soort. Schlegel 1858 (en 1852) had de naam van het lemma niet, maar wel iets wat erop leek: Veldjakker, welke laatste ook bij Vroeg 1764 en Wegman 1765 voorkomt. Pas Albarda 1897 noemt de naam van het lemma weer. Ook de thans officiële friese naam, Fjildlyster ←, is de vertaling van Veldlijster. Het motief 'veld', ook in E Fieldfare 'Kramsvogel', is goed te verdedigen: Kramsvogels komen ten onzent veel in het open veld voor (hoewel de soort ook bomen en struiken niet schuwt). Het doet echter toch enigszins vreemd aan dat 'veld' deel uitmaakt van de naam, omdat vrijwel alle Lijsters wel in het open veld komen en daarnaast nog een hele optocht van andere vogelsoorten. Lockwood 1993 maakt aannemelijk dat in de E naam voor de soort het element field door verbastering van een heel ander woord en begrip ontstaan is; zie daarvoor sub Fjildlyster en sub Vale Lijster.