Vlaamse volksnaam voor de Grasmus, Braamsluiper, Rietzanger en/of Bosrietzanger, en, als Haagtreit, voor Grasmus, Braamsluiper en ook voor de Heggenmus [WVD 1996; B&TS 1995]. Behalve dit is het woord ook een "schimpnaam voor een lange of voor een praatzieke vrouw" [vD 1970].
Hiermee is een betekenisparallel herkenbaar naar de namen Taatsj ← en verwanten. Deze parallel wordt nog versterkt door het voorkomen van de r-loze vormen -tijd/ -teyte in Lijzetijd (=Heggenmus) bij Vlijmen (NB) [Snouckaert 1908] en Haegh-teyte ^Winterkoning?) bij Kiliaan c.1618. Dit laatste gegeven kan betekenen dat de -rin de vogelnaam later geïntroduceerd is, mogelijk onder invloed van limburgs/kerkraads traatsj (=kletstante) en D Tratsch 'gebabbel, gebazel'. Voor de etymologie van treit in de betekenis van 'praatzieke vrouw' verwijzen vDE 2e druk 1993 en vD 1e druk 1995 naar mnl treite, dat echter een geheel andere betekenis heeft ('leren lus aan elke kant van het gareel1' [MH 1932; Weijnen 1996 sub treit] en dus misschien toch niet hetzelfde woord is (d.w.z. etymologisch niet hetzelfde is). [Wilms 960731,4; 960917,8].WVD geeft Treit als dialectvariant, naast Trat en Tret; gespeld in ABN is het Trutte en Hagetrutte. Er zijn talloze verbasteringen, variërend van Haverratje (=Grasmus, p.39) tot Hagekutte ←. De namen Trutje/Treutje en Treutjekeuning komen/kwamen voor in Laarne, Destelbergen en Lochristi (OVl) voor de Winterkoning.
ETYMOLOGIE Deze is dus vooralsnog niet geheel duidelijk. Ook de etymologie van N trut 'langzame vrouw' biedt voor de Vogelnaam weinig perspectieven. Wilms 960719,8 wees op het vlaams ww. treiten 'schimpen' [vD 1970]; de naam heeft dan ws. met het geluid te maken. De betekenis 'diarree', die treite óók kan hebben [vD 1970] komt intrigerenderwijs ook voor bij een geheel ander woord: spoerts 'diarree' [Weijnen 1996] en de kempense vogelnamen Spoertske ← en Bremspoers [Daams 1947]. Het benoemingsmotief voor deze soort is heel aardig: de zang, voorgedragen vanuit een struik ("retteketetteketet") klinkt als diarree! Misschien hebben ook vlaams Braamschijter (zeeuws Braemschietertje) en Hageschijtertje (=Braamsluiper) daarmee te maken.
1 Deze bron geeft foutief op voor mnl treite: "leren lus aan elke kant van het geheel".